Hoofdstuk 8: Parkeren Doe de test

8. Stilstaan & Parkeren

We hebben nu bijna alles besproken over de regels die je moet volgen op de openbare weg als je aan het rijden bent.
In dit stuk theorie leggen we uit welke regels gelden voor het parkeren van de auto, of ergens stilstaan met de auto.

8.1. Definities

Het is belangrijk om te weten wat geldt als stilstaan, wat geldt als parkeren en wat geldt als stoppen.

8.1.1. Definitie van stilstaan

De definitie van stilstaan kan bepaald worden door twee situaties:
?? ?
Personen
Onder stilstaan verstaan we de tijd die nodig is om iemand te laten in- of uitstappen.
Dit kan vrij vlug gebeuren wanneer het slechts 1 persoon is.
Maar het kan ook enkele minuten duren, wanneer bijvoorbeeld een volle bus kinderen moeten uitstappen.
???
Goederen
Onder stilstaan verstaan we ook de tijd die nodig is om goederen te laden of te lossen. Ook dat kan soms een tijd duren, bijvoorbeeld wanneer een grote hoeveelheid aan graanzakken wordt geleverd of bij een verhuis.

8.1.2. Definitie van parkeren

Als je langer blijft staan dan nodig om iemand te laten in- of uitstappen of om een lading te laden of te lossen,
dan spreken we over: parkeren.

8.1.3. Definitie van stoppen

Soms moet een voertuig stoppen, bijvoorbeeld omdat het verkeerslicht rood is of omdat er een stilstaande file is,
of om voorrang te verlenen aan een andere bestuurder. Het op de openbare weg stoppen om deze redenen, wordt niet beschouwd als stilstaan of parkeren.

8.1.4. Definitie van een defect voertuig

Als je een defect voertuig hebt, kan je niet meer rijden.
Maar dit geldt niet echt als stilstaan, stoppen of geparkeerd zijn.
Daarom is een voertuig dat op de openbare weg defect raakt en niet meer behoorlijk kan rijden, geen stilstaand of geen geparkeerd voertuig.
Het is een defect voertuig.

Een defect voertuig dat niet op een veilige plaats kan geparkeerd worden,
moet door middel van de gevarendriehoek voor andere weggebruikers herkenbaar gemaakt worden. De verkeersborden i.v.m. stilstaan en parkeren slaan niet op een defect voertuig.

8.2. Algemene regels voor parkeren en stilstaan

De rijbaan is bedoeld voor het rijdende verkeer. Daarom moet je zoveel mogelijk buiten de rijbaan stilstaan of parkeren.
Stel het voertuig op:
- Rechts van de rijrichting, behalve op een rijbaan meet eenrichtingsverkeer of toegelaten plaatsen binnen een woonerf,
- binnen de bebouwde kom op de gelijkgrondse berm,
- buiten de bebouwde kom op eender welke berm,

- gedeeltelijk op de rijbaan en de berm als de berm niet breed genoeg is,

- op de rijbaan als er geen bruikbare berm is.


Indien een bevoegd persoon vraagt een voertuig te verplaatsen, dan moet dit ook gebeuren.

Bij afwezigheid of bij weigering kan de bevoegde persoon de wagen laten verplaatsen. De risico's en kosten zijn dan voor de verantwoordelijke bestuurder.

8.2.1. Op de berm parkeren

Als er plaats is:
- binnen de bebouwde kom op de gelijkgrondse berm, of
- buiten de bebouwde kom op eender welke berm,
dan moet je daar je auto parkeren.

Op sommige wegen is rechts van de rijbaan een dikke witte streep aanwezig.
Naast deze streep is het toegestaan om te parkeren of om stil te staan.

Gedeeltelijk op de berm en gedeeltelijk op de rijbaan parkeren
Als de berm zelf niet breed genoeg is, dan kan je gedeeltelijk op de berm en gedeeltelijk op de rijbaan parkeren.
Let er wel op: je moet ervoor zorgen dat er nog minstens 1,5 meter vrije doorgang aanwezig is voor voetgangers op de berm.


8.2.2. Op de rijbaan parkeren

Als er geen berm is, kan je soms op de rijbaan parkeren. Daarvoor moet je de volgende vier stappen volgen:

1. Parkeer zo dicht mogelijk aan de rand van de rijbaan.
Hierdoor blijft de rijbaan goed open voor andere weggebruikers.

2. Je parkeert rechts in de rijrichting.
Ergens in het midden of zelfs links op de rijbaan parkeren is ten zeerste verboden.

Als parkeerplaatsen haaks of schuin op de rijbaan werden aangelegd, dan parkeer je binnen deze aanduidingen.
????
3. Dubbel parkeren of stilstaan is verboden.

4. Parkeer je achter of vóór iemand?
Laat dan tenminste 1 meter vrije ruimte tussen de auto?s.
Op deze manier kan iedereen goed uit parkeren.

Let op!
Rij je op een rijbaan met eenrichtingsverkeer?
Dan is het toegestaan om zowel links of rechts te parkeren.
Je hindert immers geen tegenkomend verkeer omdat die er niet is.

8.2.3. ALGEMENE PLAATSEN Waar stilstaan of parkeren verboden IS?

Stilstaan en parkeren zijn verboden op elke plaats waar het voertuig een gevaar voor de andere weggebruikers kan betekenen of de anderen onnodig kan hinderen.


Plaatsen waar je niet mag stilstaan of parkeren


1)
Gevaar of hinder
Je mag niet stil staan en niet parkeren:
-?op alle plaatsen waar je voertuig een gevaar kan zijn voor de andere weggebruikers of ze onnodig zou hinderen.




2)
Autosnelweg
Je mag niet stilstaan of parkeren:
-?op de rijstroken, op de op- en afritten,?
en op de pechstrook (zonder reden).




3)
Autoweg
Je mag niet stilstaan en niet parkeren:
-?op de autowegen.




4)
Trottoir of voetpad
of oversteekplaats voor voetgangers
Je mag niet stilstaan en niet parkeren:
-?op een trottoir?of voetpad of een oversteekplaats voor voetgangers.




5)
Op een verhoogde inrichting
Je mag niet stilstaan en niet parkeren:
-?op een verhoogde inrichting?(drempel).




6)
Fietspad of oversteekplaats voor fietsers
Je mag niet stilstaan en niet parkeren:
-?op een fietspad of een oversteekplaats voor fietsers.




7)
Dambordmarkering
Je mag niet stilstaan en niet parkeren:
-?op een darmbordmarkering.




8)
Verdrijvingsvlak
Je mag niet stilstaan en niet parkeren:
-?op een verdrijvingsvlak.




9)
Verkeersgeleider
Je mag niet stilstaan en niet parkeren:
-?op een verkeersgeleider.




10)
Tramsporen
Je mag niet stilstaan en niet parkeren:
-?op de tramsporen?van een trambaan.




11)
Op overwegen
Je mag niet stilstaan en niet parkeren:
-?op overwegen?(oversteekplaatsen van het treinspoor).



8.2.4. Waar is stilstaan of parkeren Op de rijbaan en op de berm VERBODEN?

Er zijn ook plekken op de openbare weg waar je zowel niet op de rijbaan als niet op de berm mag parkeren of stilstaan.
Hieronder staat welke plekken dit zijn.


Plaatsen waar je niet mag parkeren of stilstaan op de berm en rijbaan


1)
Oversteekplaatsen van voetgangers en fietsen
Je mag niet stilstaan en niet parkeren op?
de rijbaan en op de berm:
-?op een oversteekplaats voor voetgangers.
-?op een oversteekplaats voor fietsers.




2)
Kruispunten zonder verkeerslichten
Je mag niet stilstaan en niet parkeren op?
de rijbaan en op de berm:
-?op kruispunten op minder dan 5 meter van de verlenging van de naast bijgelegen rand?van de dwarsrijbaan?
(oftewel: vijf meter vóór het kruispunt)




3)
Kruispunten met verkeerslichten
Je mag niet stilstaan en niet parkeren op?
de rijbaan en op de berm:
-?op kruispunten met verkeerslichten, tot 20 meter voor het verkeerslicht.




4)
Verkeerslichten buiten een kruispunt en verkeersborden
Je mag niet stilstaan en niet parkeren op?
de rijbaan en op de berm:
-?tot op 20 meter voor verkeerslichten?buiten een kruispunt.
-?tot op 20 meter voor verkeersborden.

Deze twee punten gelden niet, als:
-?de onderkant van het verkeersbord of licht?
minstens 2 meter hoog is,
-? EN?de bovenkant van de auto met lading niet hoger is dan 1,65 meter.

In dat geval mag je er dus wel parkeren omdat het zicht van het verkeerslicht of -bord behouden blijft.



8.2.5. Waar is stilstaan of parkeren OP DE RIJBAAN verboden?

Er zijn ook nog plekken op de openbare weg waar je niet op rijbaan mag parkeren, maar eventueel wel op de berm.
Hieronder staat welke plekken dat zijn.


Plaatsen waar je niet mag parkeren of stilstaan?
op de rijbaan zelf
Uitleg over de plaats


1)
Voor oversteekplaatsen

Je mag niet parkeren of stilstaan op de rijbaan:?

-?op minder dan 5 meter voor een oversteekplaats voor voetgangers.

-?op minder dan 5 meter voor een oversteekplaats?
voor fietsers en tweewielige bromfietsen.


2)
Onder bruggen

Je mag niet parkeren of stilstaan op de rijbaan:?

-?onder bruggen. Dit blokkeert de doorgang.


3)
In tunnels

Je mag niet parkeren of stilstaan op de rijbaan:?

-?in tunnels.?
Ook dit blokkeert de doorgang en verhoogt risico op ongelukken.


4)
Nabij de top van een helling

Je mag niet parkeren of stilstaan op de rijbaan:?

-?nabij de top van een helling.


5)
Voor óf in een onoverzichtelijke bocht

Je mag niet parkeren of stilstaan op de rijbaan:?

-?voor óf in een gevaarlijke en onoverzichtelijke bocht.

















?

?



?







8.2.6. WAAR IS STILSTAAN TOEGESTAAN?

In sommige situaties is het wel toegestaan om ergens (even) stil te staan, maar niet toegestaan om de parkeren.
Hieronder staan de situaties wanneer dit het geval is.


Situatie
Uitleg bij de situatie


1)
Eén meter vrije tussenruimte

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?als je langs de voor- en achterkant van je auto?
niet één meter vrije tussenruimte kunt laten.




2)
Bus-, tram- of trolleyhalte

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?15 meter voor en voorbij een bord dat een bus-, tram-, of trolleyhalte aangeeft.

Vaak wordt de ruimte waarbinnen je niet mag parkeren aangegeven door een wegmarkering.?
Even stilstaan om iemand te laten in- of uitstappen is wel toegestaan.




3)
Inrij van eigendom

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?voor een inrij van eigendommen.?

Je zou hierbij iemand immers kunnen hinderen. ?De eigenaar van het eigendom mag dit wel, als hij zijn nummerplaat duidelijk zichtbaar heeft aangebracht.




4)
Garagepoort - parkeerplaatsen

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?voor een garagepoort. Je zou hierbij iemand immers kunnen hinderen.

De eigenaar van het eigendom mag dit wel, als hij zijn nummerplaat duidelijk zichtbaar heeft aangebracht.

Je mag ook niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?waar je de toegang hindert tot buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen.

waar het wegrijden van voertuigen kan hinderen.




5)
Hindernis verplicht fietsers?
op de rijbaan te komen

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?als er een hindernis is, waardoor fietsers of tweewielige bromfietsers?

of voetgangers op de rijbaan moeten komen. Het moet dan wel echt om een hindernis gaan.

Als het fietspad simpelweg eindigt, dan mag je niet stilstaan en niet parkeren op de rijbaan of berm tot op 5 meter voor en voorbij de eindiging van het fietspad en je moet voorrang verlenen.




6)
Rijbaan te smal

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?als de rijbaan te smal is.?
Je moet minimaal 3 meter overlaten op de rijbaan voor andere weggebruikers.




7)
Tegenover andere auto

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?op een rijbaan met tweerichtingsverkeer tegenover een auto die al stilstaat?
of geparkeerd staat, als dat het kruisen van twee andere voertuigen bemoeilijkt.




8)
Rijbaan van voorrangsweg

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg.

Binnen de bebouwde kom is dit wel toegestaan!





9)
Rijbaan verdeeld in rijstroken

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?op een rijbaan die verdeeld is in rijstroken.




10)
Openbare weg met drie rijbanen

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?op de middelste rijbaan van openbare wegen met drie rijbanen.


11)
Twee rijbanen

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?buiten de bebouwde kom langs links op een openbare weg met twee rijbanen.?

Binnen de bebouwde kom mag je wel links op de rijbaan parkeren of parkeren op de gelijkgrondse berm links naast de rijbaan.




12)
Gele onderbroken streep

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?naast een gele onderbroken streep op de rand van de rijbaan.



13)
Parkeerplaats voor personen?
met een handicap

Je mag niet parkeren (maar wel stilstaan):

-?op parkeerplaatsen voor personen met een handicap,?
wanneer jij zelf geen handicap hebt.