Hoofdstuk 13: Auto Doe de test

13. Auto & Techniek

We hebben het gehad over alle theorie van het besturen van een auto op de openbare weg, maar het is belangrijk dat ook de auto in goede staat is. Daarvoor moet je verstand hebben van hoe verschillende onderdelen van een auto werken, waarom ze belangrijk zijn en hoe je ze moet onderhouden. Daarbij gaan we het hebben over de volgende onderdelen:

- De banden
- De remmen
- De olie
- De koelvloeistof
- De accu en de alternator
- Het schakelen


13.1 De banden

De banden zijn hét contactpunt van de auto met het wegdek. Het is daarom zeer belangrijk dat de banden zich in goede staat bevinden. Afgesleten banden zorgen voor:
- een langere remweg.
- een hoger brandstofverbruik.
- een verminderde wegligging.

(Bovendien worden oude banden ook steeds harder)

13.1.1. Profieldiepte

De profieldiepte is de diepte van de groeven in een nieuwe band.
Deze groeven mogen uiterlijk tot 1,6 mm doorslijten. Deze diepte is eigenlijk ook al te weinig, vanaf 2 mm kan aquaplaning al sneller gebeuren. Controleer daarom regelmatig hoe de banden al zijn versleten.

Belangrijk is dat je versleten banden nooit opnieuw laat insnijden.

13.1.2. Bandendruk

Je moet altijd de bandendruk gebruiken die de autofabrikant voorschrijft.
Als je de bandendruk wilt controleren, dan doe je dat als de banden koud zijn.
Banden met een te lage bandendruk of een extreem hoge bandendruk zorgen voor meer slijtage en een verhoogde kans op aquaplaning.

13.1.3. Spijkerbanden, winterbanden en sneeuwkettingen

Spijkerbanden
kan je tijdens de wintermaanden gebruiken om meer grip te hebben op de weg. Je mag spijkerbanden gebruiken van1 november tot en met 31 maart. Ze mogen alleen gebruikt worden op voertuigen met een M.T.M. van 3,5 ton. De snelheid waarmee je mag rijden is 60 km per uur op gewone wegen en 90km per uur op autosnelwegen en dubbelbaans wegen.


Winterbanden
kan je goed gebruiken tijdens koud weer en bij sneeuwval.
Het plaatsen van de winterbanden kan je het beste doen wanneer de gemiddelde temperatuur beneden de 7 graden valt.


Sneeuwkettingen
kunnen extra grip bieden tijdens sneeuwval, bijv. als je op wintersport bent.  Je mag sneeuwkettingen alleen plaatsen als er sneeuw en/of ijzel op de rijbaan ligt.

13.1.4. Aanduidingen op de band

Op een autoband staan behoorlijk wat getallen en letters.
Een voorbeeld is: 235 / 65 R 17 81T
De betekenis hiervan is:


Getal of letter 
op de band

De betekenis



235
Breedte van de band in mm.


65
Verhouding van de hoogte/breedte.


R
Radiaalband.


17
Diameter van de velg, uitgedrukt in inch.


81
Belastingindex die het maximale draagvermogen aangeeft.


T
Snelheidsindex.
Deze geeft de maximale snelheid aan die met de band gereden mag worden.


De snelheidsindex (in het voorbeeld was dit de letter T) die hierboven staat is belangrijk om even extra aandacht te geven.
De banden die onder een auto zitten moeten de maximale snelheid die die specifieke auto kan rijden kunnen weerstaan.
Een zeer snelle auto moet dus ook verplicht zeer goede banden hebben.

13.1.5. Het wisselen van de banden

De banden van elke auto kunnen het best elke 10.000 tot 15.000 kilometer onderling worden verwisseld.
Dit doe je om ervoor de zorgen dat de banden allemaal even snel slijten. Dit kan je het best kruiselings doen.
Linksvoor wordt rechtsachter en rechtsvoor wordt linksachter. Doe dit ook wanneer er weinig slijtage is!

13.1.6. Het vastdraaien van de wielbouten

Als je een velg of wiel wil vastdraaien (of losdraaien) aan de as, dan maak je gebruik van de wielbouten van het wiel.
(meestal zijn dit er vijf). Zorg ervoor dat je het vastdraaien in een kruiselings patroon doet. Draai dus eerst één bout een beetje aan, vervolgens de bout schuin er tegenover, etc. Op deze manier voorkom je dat het wiel schuin of het schroefdraad komt.

13.2. De remmen

De remmen van de auto zorgen ervoor dat je op tijd af kunt remmen op de weg en tot stilstand kan komen. Uiteraard moeten de remmen in goede staat zijn om er voor te zorgen dat je ze goed kunt gebruiken tijdens het rijden. Zorg daarnaast ook dat je regelmatig de remvloeistof controleert.

Als je een bocht gaat nemen, rem dan af vóór de bocht.
Je mag;
- Niet tijdens de bocht remmen.
- Wel tijdens de bocht wat extra gas geven.

Houd er ook rekening mee dat je voordat je van een weg af gaat slaan, je de volgende stappen langsloopt:
- In de spiegels kijken. Controleer of er niemand dicht op je zit en dat niemand je wil inhalen.
- Zet de richtingaanwijzer aan.
- Je kan nu af gaan slaan (naar links of naar rechts)

Deze stappen moet je doorlopen om ervoor te zorgen dat niemand achter op je knalt of dat je iemand per ongeluk afsnijdt.

13.2.1. ABS (Anti-Blokkeer-Systeem)

Veel auto´s zijn uitgerust met ABS of Anti-Blokkeer-Systeem.
Dit voorkomt dat de wielen tijdens het remmen blokkeren en de wagen slipt.

Remmen met ABS wil niet zeggen dat je sneller remt, maar de auto blijft tijdens het remmen met ABS beter bestuurbaar.

- Op een droog wegdek kan de remafstand met ABS iets langer zijn dan zonder ABS.
- Op een nat wegdek is de remafstand met ABS langer dan met ABS op een droog wegdek.

Het ABS treedt inwerking als je het rempedaal hard indrukt.


13.2.2. ESP (Electronic Stability Program)

Deze technologie wordt door experts omschreven als de belangrijkste veiligheidsbijdrage sinds de autogordel en de airbag.

ESP of Electronisch Stabiliteits Systeem, helpt de bestuurder van een voertuig wanneer deze in een kritieke situatie terechtkomt waarbij het voertuig dreigt te slippen.  Dat kan bijvoorbeeld zijn bij plotse uitwijkmanoeuvres voor hindernissen, of  bij verkeerd ingeschatte bochten of bij een verraderlijk wegdek. Het helpt te voorkomen dat het voertuig gaat slippen door een of meerdere wielen afzonderlijk af te remmen.

13.3. De olie

Motorolie zorgt ervoor dat de motor soepel kan lopen en voorkomt oververhitting en het blokkeren van de motor. Daarnaast beschermt de olie ook inwendige delen en zorgt het voor reiniging van de motor.

Om ervoor te zorgen dat de motor in goede staat blijft moet er altijd voldoende olie in de motor zijn.  Zorg daarom dat je weet waar de peilstok van de olie zich bevindt en controleer het oliepeil regelmatig.

Dit moet je doen bij een koude motor en een horizontale toestand van de auto.
Bij lange ritten moet je ervoor zorgen dat er genoeg olie aanwezig is voor de hele rit.

13.4. De koelvloeistof

De olie zorgt er voor dat de motor soepel loopt, maar is niet de enige belangrijke vloeistof voor de motor. De motor produceert namelijk een grote hoeveelheid aan warmte. Deze warmte moet afgevoerd worden om oververhitting te voorkomen.
Samen met de radiator zorgt koelvloeistof voor de afvoer van de hitte die geproduceerd wordt door de motor. Op deze manier blijft de motor op de perfecte warmte om goed te kunnen presteren.


.

13.5. De accu en de alternator

Elke auto heeft een accu nodig. Deze accu zorgt ervoor dat de motor van de auto kan starten en zorgt voor stroomvoorziening als de auto stilstaat (voor bijv. de radio).  Een normale accu heeft een gemiddelde levensduur van vier tot vijf jaar.
Daarna werkt de accu niet meer en moet deze vervangen worden.
Tijdens koud weer hebben accu´s de meeste moeite om intact te blijven.
Daarom gaan tijdens de winter vaak accu's kapot.

De accu levert dus stroom wanneer de auto stilstaat en stroom nodig heeft, voor bijv. de radio, de airco etc. Zodra de auto gaat rijden, dan neemt de alternator deze functie over. De alternator is een soort dynamo die zorgt voor:
het leveren van:
- stroom aan de apparatuur in de auto.
- het opladen van de accu.


13.6. Het schakelen

Op een normaal, horizontaal gelegen weg rijd je het best met een toerental van:
- 2500 toeren bij een benzinemotor.
- 2000 toeren bij een dieselmotor.

Als je niet op een horizontale weg rijdt, maar bijv. op de helling van een berg,
kan je het beste met een versnelling lager gaan rijden dan normaal.

Tijdens het schakelen gebruik je altijd je linkervoet voor het schakelpedaal.
Als je hebt geschakeld, dan breng je het beste je voet naar de voetsteun links naast het pedaal. Dit zorgt ervoor dat je voet niet per ongeluk het pedaal indrukt.
Hierdoor zou de koppeling gaan slippen.